De Deurpostvermelding met de 7 Geboden en Bronweergave

Een logisch voordeel en mishpatiem

Vandaag heb ik, Efraim, op onze deurpost een huisnummer bordje gemaakt, met een aangeraden uitleg wat voor huishouden wij hebben. U zou nu denken wat voor een voordeel haalt hij hier nu uit, en voor wie? Een kleine duik in de teksten:

Het is toch zo dat alle handelingen waarbij de, 'priesterlijke' [Ex. 19:6] heiligheid van een Jood, nodig is niet voor Noachieten is, nu ben ik geen Jood, Ben Israel, maar een Noachiet, Ben Noach. Echter ik lees uit teksten uit bijvoorbeeld; De The Divine Code ¹ deze heb ik erbij gepakt en een stukje uitgelicht en vertaald:

"De algemene regel is dat elke Joodse mitzvah tussen mens en mens, of tussen de mens en Havaya, onze God, die een reden heeft en een logisch voordeel voor een persoon of samenleving heeft, is toegestaan voor de niet-Joden, Noachieten, om uit te voeren. Maar dit is niet van toepassing voor een gebod dat niet beschikt over een logisch, natuurlijk voordeel, maar in plaats daarvan teken is voor de Joden (bijv. het dragen van rituele franjes [tzitzit] of phylacterieën, of het aanbrengen van een mezuzah op een deurpost"

Tot deze beslissing om een uitleg bij de deurpost te hebben over de 7 geboden, als een verwijzing naar de Tora kom ik juist omdat ik vind dat men niet de vergissing mag maken dat wij een Joods huishouden er op na laten en daarmee de 'moeilijkheden van de Jood & Noachiet' verergeren. Die moeilijkheden zijn bijvoorbeeld dat; "Hij of zij is Joods sjabbat aan het doen, maar niet op de manier zoals het hoort, en dat is een overtreding of vals!" of "hij of zij zeggen Joods te doen maar integendeel." En uiteraard zijn er meer automatische negatieve aannames die men kan verzinnen, dit gebeurd al eeuwenlang en is zeer lastig. Dit wekt ergernis of nog verdrietiger bepaalde gevoelens op van 'anti' zijn, God verhoede!

Lief zijn voor Havaya, onze God, en elkaar! Kijkt u ook even bovenaan, bij de uitleg over de The Divine Code van de auteur?!

Efraim

Voetnoot:

1.  (vert.) The Divine Code IV Deel I hoofdstuk 3 onderdeel 7