"Het is toegestaan voor een niet-Jood, een Noachiet, om zich voor God neer te werpen, dit kan tijdens het gebed maar ook daarbuiten. Als hij knielt voor God wanneer hij niet aan het bidden is, zou hij het op een manier moeten doen van eerbied en ontzag. En wanneer hij zich buigt naar God, gebruikt hij geen andere woorden anders dan gebed, dank, of lof aan God." ¹ 

Men mag alleen prosterneren op deze manier zonder dat er een obstakel als kaarsen of beeldjes met mensen of engelen gedaantes, en de bekende afgodsbeelden, waarvan geboden is in Genesis 2:16 daar ver vandaan te blijven en juist alleen God, Havaya, te erkennen en te naartoe te keren. Was ook uw handen! Echter is het goed om in de richting van de stad Jerusalem te bidden, vanuit Nederland het zuid oosten. De naam Havaya is een bewuste keuze en dit gaat u vaker zien in plaats van de o.a. in Nederland bekende God 's naam. Goed om te weten is dat niet alleen in het stille gebed wat in het Hebreeuws Amidah betekent, en wat als staand word vertaald, juist stil is in de uitvoering, de gebeden ook elders in de siddoer staan, soms met prosternatie soms juist alleen licht gebogen. Voor het stille gebed of Amidah zing ik eerst Heicha Kedusha om daarna terug te gaan naar het begin van de Amidah.

Voetnoot:

1. (vert.) Divine Code IV deel 1 hoofdstuk 6 onderdeel 5, maar ook deel 2 onderdeel 6:5